LEVENSKUNST 

 

(nog verder uit te werken)

 

https://humanistischecanon.nl/venster/levenskunst/joep-dohmen-tegen-de-onverschilligheid-2007/

 

Joep Dohmen, Tegen de onverschilligheid

2007
 
 
'Als je streeft naar zelfvervulling en het lukt je daadwerkelijk om aan je eigen waarden uitdrukking te geven, leef je hoe dan ook een waarachtig bestaan, zelfs wanneer je concrete projecten niet altijd lukken. Dan leef je het goede leven: een kunstwerk.' (p. 193)
 
Auteur van dit venster - Drs. Miek den Daas

Joep Dohmen (1946) is dé Nederlandse filosoof van de levenskunst. De afgelopen vijftien jaar heeft hij dit bij uitstek humanistisch gedachtegoed grondig bestudeerd en verder ontwikkeld.

 

 

Room in New York, door Edward Hopper (1932). Coverillustratie van Tegen de onverschilligheid

 

 

Voorbij liberalisme en conservatisme

Dohmen zet zich af tegen het liberale idee van autonomie en zelfbeschikking. Onze liberale tijdsgeest spiegelt mensen voor als onkwetsbaar en onafhankelijk. Volgens Dohmen is dit een mythe die mensen isoleert. Anderzijds verzet hij zich tegen paternalisme, dat zich te zeer mengt in mensenlevens. Het authentieke individu kan niet los worden gezongen van de verbanden waar hij of zij in leeft, maar heeft tegelijkertijd ook ruimte nodig zijn of haar leven vorm te geven.

 

Tot slot verzet Dohmen zich tegen conservatieven die menen dat authenticiteit verzandt in egoïsme of narcisme. Hij meent dat authenticiteit juist trouw zijn aan jezelf betekent. Dat houdt in dat je bij alles wat je doet ten diepste betrokken bent en dus bepaald niet onverschillig. Zodoende verwijst authenticiteit naar waarachtige betrokkenheid, ten aanzien van je naasten en de maatschappij.

 

Tegen de onverschilligheid

In Tegen de onverschilligheid benadert Dohmen de levenskunst zowel historisch als inhoudelijk. Een groot gedeelte van het boek is besteed aan de historische uiteenzetting van de levenskunst in de klassieke oudheid en bij Nietzsche en Foucault. Deze verhandelingen vormen de grondslag voor de filosofische levenskunst. Dohmen onderscheidt de filosofie van de levenskunst van populaire vormen van levenskunst als positief denken, zelfmanagement, lifestyle, hedonisme, zenboeddhisme en new age. Deze populaire vormen suggereren een al te grote maakbaarheid van het leven. En hoewel de mens geen slachtoffer van zijn situatie is, slaat volledige maakbaarheid door naar de andere kant. De filosofie van de zelfzorg leert mensen juist om hun situatie goed te bezien en op zoek te gaan naar de handelingsruimte die ze in concrete omstandigheden hebben.

 

Aandachtspunten voor zelfzorg

Levenskunst is zelfzorg. Zelfzorg verwijst naar speciale manieren van aandacht voor het zelf en de eigen gesitueerdheid. Deze aandacht mondt uit in een levenshouding. Levenskunst gaat dus om het ontwikkelen van een individuele authentieke levenshouding. Hierdoor blijft de levenskunst inhoudelijk principieel onbepaald

 

Dohmen noemt vijf technieken en aandachtspunten die samen de zelfzorg vormen. Wat opvalt is dat deze technieken zeer concreet en herkenbaar zijn. Het gaat hier om een persoonlijk toe te passen vorm van filosofie. Verder wordt duidelijk dat levenskunst niet licht moet worden opgevat. Zelfzorg vereist voortdurende aandacht en werkmanschap.

 

Het zich bekwamen in het voeren van een eigen levenshouding vereist allereerst zelfkennis, door Dohmen een hermeneutiek van het zelf genoemd. De meest praktische techniek is, ten tweede, de zorg voor de eigen handelingsbekwaamheid. Om een eigen levenshouding te ontwikkelen is het niet alleen zelfkennis van belang, daadkracht is minstens zo belangrijk. Ten derde noemt Dohmen het zoeken en (uit)vinden van je eigen waardeoriëntatie. Wat wil ik in dit leven? Het laatste twee aandachtspunten geven de omlijsting aan waarbinnen levenskunst mogelijk wordt, namelijk tijdelijkheid en maatschappelijke gesitueerdheid. Tijdelijkheid betreft de omgang met de eigen historiciteit, levensgeschiedenis en eindigheid. Bovendien behandelt ze timing, dus de vraag wanneer dingen te doen en wanneer ze te laten. Daarnaast wijst Dohmen erop dat we ons bewust moeten zijn van onze maatschappelijk inbedding en deze context op de juiste manier moeten leren interpreteren.

 

Vriendschap

Het boek eindigt met een enigszins verrassende, maar sympathieke uitstap naar de vriendschap. Vriendschap, argumenteert Dohmen, is cruciaal. Vrienden kunnen en zullen elkaar dienen waar het gaat om de zelfzorg en levenskunst. Waarachtige vrienden zullen waarachtig zijn tegen elkaar en elkaar confronteren als dat nodig is. Vriendschap is de enige relatie die intense bemoeizucht toestaat; waarachtige vrienden willen elkaar behoeden voor wanhoop en zelfgenoegzaamheid. Daardoor levert vriendschap die morele kennis op die we via inkeer niet kunnen verwerven, maar die onontbeerlijk is voor een geslaagd leven. 

 

Bronnen

Over levenskunst, de grote filosofen over het goede leven, J. Dohmen, 2002
De kunst van het ouder worden., J. Dohmen en J. Baars, 2010
Tegen de onverschilligheid, J. Dohmen, 2007
Het leven als kunstwerk, J. Dohmen, 2011
Pleidooi voor een nieuwe publieke moraal, J. Dohmen (oratie), 2009
De prijs van de vrijheid, J. Dohmen en M. van Buuren, 2011
Brief aan een middelmatige man, J. Dohmen, 2010
, ,
 
 
 

https://www.filosofiemagazine.nl


Joep Dohmen:
'Levenskunst betekent willen wat je doet'

 

Leon Heuts
Voormalig hoofdredacteur Filosofie Magazine

Joep Dohmen pleit al jarenlang voor levenskunst als filosofische discipline. En die levenskunst begint bij een, soms pijnlijke, zelfanalyse: ‘Ik heb zowel mijn overmoed als mijn lafheid moeten beteugelen.’

 

Citaat:

De kortste omschrijving van levenskunst is leren omgaan met jezelf en de wereld. Het verwerven van een persoonlijke levenshouding door na te denken over waar je staat en je wensen en mogelijkheden daarop af te stemmen. Vervolgens is het een kwestie van oefenen. Levens­kunst vereist naast reflectie en evaluatie ook training, variërend van een socratisch gesprek tot meditatie. Het doel is een zekere mate van autonomie of innerlijke vrijheid verwerven. Je leert je mogelijkheden kennen en je beperkingen. Al is die autonomie niet het enige doel, zo zal Dohmen steeds herhalen. Levenskunst gaat ook over kwaliteit: het leven moet zinvol zijn, in overeenstemming met een zelfverworven, morele oriëntatie. Het gaat erom dat je waarachtig kunt zeggen dat je een goed leven leidt. Een dergelijke autonome en authentieke levenshouding komt niet vanzelf. Die vergt vorming – Bildung – en, zo bleek eerder in dit gesprek, soms pijnlijke zelfanalyse. Wil ik bewijzen dat ik onmisbaar ben?